Je hoort van een vriend of vriendin dat er iets boven water is gekomen wat niet kan worden opgelost. De diagnose is uitgesproken. Dat wat onderhuids speelde heeft een naam gekregen, het is vastgesteld.
O, wat erg…
Hoe kan ik reageren? Ik weet het even niet. Wat? Ik weet het helemaal niet…
Dat zeg ik dan ook maar… “Wat erg voor je, ik weet even niet goed wat ik hierop kan zeggen”.
In mij voel ik van alles tekeer gaan. Ik voel de klap mee met diegene waar ik van hou. Ik voel vooral veel boosheid. Dit mag niet gebeuren, dit kan niet! Ik voel hoe ik de werkelijkheid die zich nu aandient wil ontkennen.
Onmacht voel ik, ik wil het niet accepteren! Het maakt me vooral heel boos.
Waarom kan dit niet worden opgelost? Wie of wat is hiermee gebaat? Vragen komen in me op, die ik ook niet kan beantwoorden.
Het kan zijn dat je het daarna weer naast je neer legt. Je kan ook niet bij alle onrecht stil staan wat er is. Ik zal die vriend of vriendin volgende week weer eens bellen.
Het kan ook zijn dat je in de boosheid blijft hangen, het is zo’n soort cliffhanger net als in een film of boek. Je blijft hangen in de spanning en weet niet hoe het verder moet. Je blijft met een onbevredigd gevoel achter. Net voordat er ‘een break’ is brengen ze iets in beeld, waardoor je wordt verlokt om verder te kijken en niet de knop om te draaien van je tv. Ik heb ontdekt dat er iets is in zo’n cliffhanger wat je geraakt heeft, dat bijft hangen. Dat heeft je iets te vertellen.
Wat gebeurde er bij je? Door wat werd je geraakt? Je blokkeerde. Nou dat is nogal logisch toch, dat je daar van onder de indruk bent van zo’n bericht, probeer je aan te dragen in je innerlijk gesprek. Ja, dat is zo én als het zo blijft hangen dan is er echt iets van jou geraakt. Iets van jouw levensfilm, waar jij het verloop in kan bepalen. Althans in je eigen reageren.
Als ik er echt even bij stil sta besef ik dat ik boos ben op wat er gebeurd, de situatie, en even later besef ik dat ik ook boos ben op mezelf. Ik wil het kunnen oplossen. Ik wil niet begrenst zijn. De ‘redder’ in mij springt op. Dit kan niet, ik ‘moet’ hier iets aan kunnen doen!
Je kan je afvragen: Waarom heb ik het nodig dat het opgelost wordt?
Een antwoord kan zijn, dan hoef ik en die ander niet met pijn te leven. We hoeven niet te rouwen om het verlies.
Boosheid beschermt je tegen je verdriet, je hoeft het dan niet toe te laten als je daarin rondjes blijft draaien. Valse hoop zegt dat er toch nog iets mogelijk moet zijn. Ook die beschermt je tegen het voelen van de pijn. Het valt anders zo rauw op je dak. Het boos zijn duidt ook wel op de onmacht, die je liever niet voelt omdat je een sterke persoon bent die de dingen gewoon graag oplost. Zo ben je immers van betekenis en zo sta je ook goed bekend.
Nu lukt dat niet. Je voelt je boos op jezelf…je zou toch iets moeten kunnen doen. Dat is zo’n addertje onder het gras die je namelijk wijs maakt dat je op de stoel van God kan gaan zitten en dat je het voor het zeggen hebt. In plaats van in je onmacht ga je naar je almachtsplekje. En als je het dan toch niet kunt, dan komt er verwijt. Zelfbeschuldiging. En ook die zorgt ervoor dat je het verdriet niet hoeft te voelen.
Of je gaat te rade bij een externe hogere macht, bij God zelf en je wordt boos op hem omdat die toch degene is die het dan voor je kan oplossen. Dan span ik hem toch voor mijn karretje. Ik denk dat God er goed tegen kan als jij met je boosheid komt. En ik denk dat hij beslist niet onverschillig, maar juist betrokken zal zijn. Dan denk ik bijvoorbeeld aan Job, wiens verliezen in de bijbel beschreven worden. Maar ook bij hem veranderde het niet.
Uiteindelijk
Worden situaties vaak niet opgelost en zullen we moeten klaar komen met dat wat er gebeurd. Er is begrenzing. Soms heel natuurlijk. Er komt een einde aan een dag. En soms onnatuurlijk en onverwachts staat er ineens een hek voor je waar je niet omheen kan. Je kan niet eindeloos vechten, je wordt een keertje moe. Iedereen gaat een keer dood. Dat zullen we moeten aanvaarden.
Dat weten we wel… maar hoe doe je dat?
Onder ogen komen, toe-laten kan vaak beter als je helpers om je heen hebt staan. Mensen die het niet willen oplossen, maar een arm om je heen slaan, mensen die erkennen dat het moeilijk is. Die je gevoel begrijpen.
Het uitspreken tegen jezelf “Ik kan het niet fiksen én ik hoef het niet te fiksen”, kan ook zo’n deugd doen. (Dat zeggen ze in België zo…en daar neem ik toch graag iets van over)
Toe-geven aan jezelf…dan valt er een pak van je af.
Herken je je hierin? Kom eens praten bij Relatief.
Recente reacties