Het kan zijn dat jij een persoon bent die graag geeft en dan ook nog het liefst VEEL. Het voelt namelijk heel goed om te geven om en aan de ander. Het voelt zelden niet goed.
En toch…
Hoe is dit voor die ander?
“Het is wel gemakkelijk zo iemand die veel geeft, dan hoef ik het niet te doen!” zegt de collega, die de verantwoordelijkheid niet goed durft op te pakken.
“Het is heerlijk want bij zo iemand kan je altijd aankloppen en ga je niet met lege handen weg!”, zegt de buurvrouw die hulp durft vragen.
“Het is lastig dat mijn vrouw zoveel geeft, ik voel me altijd in de schuld staan”, zegt haar man. “Dat geeft mij het gevoel dat ik het nooit genoeg kan doen”.
“Het is Zo moeilijk om Nee te zeggen tegen mijn moeder of aan te geven dat ik het anders wil”, zegt de dochter, “want ze heeft me zoveel gegeven”.
“Dat ze veel gegeven heeft, gebruikt ze ook als ‘recht’, waarmee ze opeist dat het dan op haar manier gedaan moet worden”.
“Het is zo lastig dat jij altijd degene bent die het zo goed weet en zulke wijze dingen zegt, en ik bij jou altijd mag schuilen als ik het moeilijk heb, ik voel me dan klein worden. Ik wil ook van betekenis zijn voor jou”, zegt een vriendin.
Herken je je in een van de voorbeelden? Wellicht…heb jij ook zo iemand in jouw omgeving.
Ik herken me in het ‘veel willen geven’.
Toen ik mijn opleiding volgde om therapeut te worden vroeg mijn lerares hoe groot de steen was die ik in de rivier van de ander wilde leggen.
Geen kiezeltje, nee liefst wil ik een flinke steen leggen in de rivier van de ander. Ik wil dat wat ik geef, dat dat zode aan de dijk zet, dat het er echt toe doet.
“Mag het ook een kiezeltje zijn?”, vroeg mijn docent.
Ik had lang het idee dat het echt om de ander ging, dat ik een levens verbeteraar wilde zijn en wilde laten zien dat het beter en anders zou kunnen, waardoor de ander gelukkiger zou worden. Natuurlijk, het geluk van de ander dat is heerlijk om te zien.
Eigenlijk was het vele geven vaak een dekmantel om niet met mezelf bezig te hoeven, met mijn kleine meisje die de erkenning had gemist. Ze was niet gezien in wie ze was. In mijn geven was ik bezig met te bewijzen dat IK er toe deed.
Hoe lastig dat dat voor de ander kon zijn, daar heb ik gaandeweg zicht op gekregen en dat ga ik nog steeds meer zien. Dat is soms pijnlijk confronterend en dan denk ik: Doe ik het nu nog? Ik ben er nu wel klaar mee! Ja, en ik leer steeds vaker te zeggen. “ Goed dat ik het zie!”
Want dan kan ik er wat mee. Het is niet meer iets waarvoor ik me schaam. Het hoort bij mijn leven, mijn geschiedenis. En ik kan dan gelukkig zien dat er aandacht voor mijzelf nodig is, voor mijn behoeften, waar ik via mijn zachtere gevoelens contact mee kan maken. En dat doet zóo goed, dat te geven aan mezelf! Dat voelt als een gevonden oase, waar ik me kan laven. Kan ontvangen.
Ik zorg dat ik mezelf zie, daardoor kan ik zorgen voor mijn behoeften.
Van daaruit kan ik gemakkelijker horen welk kiezeltje passend zou kunnen zijn in de relatie met de ander.
- Niet vóór de ander denken of invullen, maar bevragen…ik kan niet weten wat jij nodig hebt…
- Het gesprek erover voeren…
- Vragen of die ander iets voor mij wil doen…
- Vertragen omdat ik erop vertrouw dat die wijsheid die jij nodig hebt daar bij jou al aanwezig is…
- Uitzoomen zodat jij kan komen met jouw inbreng en jezelf kan valideren…
- Checken of het voor de ander passend is wat ik wil geven…
- Wil ik het voor de ander of voor mezelf kunnen geven?
Het ‘vele geven’ daar kan je je behoorlijk aan gaan irriteren…ongevraagde adviezen enzovoorts, daar zit je niet op te wachten.
Het kan je relatie behoorlijk in onbalans brengen.
Tot slot een vraag aan jou: Hoe kom jij het veel geven tegen in jouw omgeving?
Ik ben daar heel nieuwsgierig naar en hoor het graag van je…
Recente reacties